Het is vrijdagavond, 18.30. uur We begeven ons naar de artiesteningang en worden begroet door ‘een groentje’. De zenuwen nemen toe wanneer ze ons meedelen dat we niet op dé lijst staan.
Daar staan we dan, in de gietende regen te wachten op dat ene telefoontje dat ons de toegang zou verlenen tot de artiestenlounge.
Op weg naar zijn trailer valt ons oog op een sfeervolle binnenplaats waar ze bij kaarslicht konden bijpraten en een wedstrijdje tafelvoetbal konden spelen. De deur werd geopend door een grote maar vriendelijke man. Daar zat hij dan na te genieten van een heerlijke lasagne. Hoewel hij het lekker vond was zijn bord niet helemaal leeg. Stijn bekent dat hij nooit veel eet voor hij het podium betreedt.
We maakten ons klaar voor het echte werk maar werden onderbroken door een opmerking over het materiaal, Stijn: “Is dat nog iets vanuit de kast van je papa?” We antwoorden: “Ja, we doen een poging om professioneel over te komen.” Er werd op het knopje geduwd en Stijn begon met zijn typisch Antwerps accent:
Da’s ne foto!
Neen.
Dat begint met een foto? Een fotomachine!
Al een paar zenuwen?
Ik moet eerlijk zeggen dat ik wel zenuwachtig ben, maar niet voor vanavond.
Voor wat ben je dan wel zenuwachtig?
Ik ben een geweldige Princefan en ik heb kaartjes gekocht voor zondag om naar zijn concert te gaan. Daar ben ik wel zenuwachtig voor, maar positief omdat ik er heel veel zin in heb. Voor de show niet echt omdat ik dat heel graag doe. Het is mijn thuis. Op het podium voel ik me goed en fijn. Ik heb ook een hele goede soundtrack gehad dus dat komt allemaal goed.
Heb je een bepaalde traditie voor je het podium opgaat? Behalve niet veel eten en een biertje drinken.
Ja dat is ook niet altijd. Ik heb eigenlijk één ritueel. Hij gaat waarschijnlijk ook niet in beeld gebracht worden maar ik geef hem (de geluidsman, red.) altijd een kusje en wij wensen elkaar succes voor de show, want door al die jaren heen werken met dezelfde persoon en die zorgt voor het geluid voor jullie dan. Op het podium is dat iemand anders. Het geluid voor jullie wordt door Bob verzorgt. Wij kennen elkaar al lang door het werk. Dat is mijn ritueel: kus en schouderklopje. Ons ‘Madonnamoment’.
Heb je een specifieke plaats waar je de liedjes bedenkt?
Het is een feit dat het vaak naar boven komt als ik onderweg ben. Op de fiets gebeurt dat wel vaak. Bij mijn eerste en tweede plaat had ik nog geen rijbewijs. Nu wel! Het komt ook wel in de auto of in de trein naar boven. Het komt waarschijnlijk door het bewegent beeld dat je daardoor associatief dingen begint te doen. Maar echt een vaste plek heb ik niet. Het kan evengoed in de keuken zijn tijdens het afwassen.
Hoe onthoud je het als je op de fiets zit?
Ik heb het nu niet bij. (kijkt naar een fluo-roos eastpakzakje) Ik heb meestal een cassetterecorder bij. Als ik dat niet bij heb, wat veel mensen doen is, naar jezelf bellen en het op je antwoordapparaat inspreken.
Wat is je favoriete liedje?
Van iemand anders of van mezelf?
Van nu of aller tijden.
Dat is echt wel moeilijk. Dat kan ik niet zeggen. Dat is voor mij zo gelinieerd aan momenten. Het ene moment vind ik een liedje leuk omdat ik me zo voel en het er goed bij past. Een liedje dat ik heel goed vind en waar ik heel gelukkig van word, is een liedje van “Sly and the family Stone, You caught me smilin’”. Dat gaat eigenlijk gewoon over iemand die aan het lachen is. Mijn favoriete plaat is misschien wel “Key of life” van Stevie Wonder. Dat is ‘diejen blinde’ (de beste imitatie van Stevie Wonder volgt). Het is een ‘schone gast’ dat heel goede muziek maakt en het is een plaat dat ik vaak koop omdat ik ze graag cadeau doe aan vrienden.
En nu even terug naar de schooltijd…
All right, back to school… (move)
Wat heb je gestudeerd?
Gestudeerd? Ik heb heel lang gedaan over mijn humaniora omdat ik dyslexie heb. Ik ga het daar niet alleen op steken want ik heb ook nooit de noodzaak gevoelt om mijn best te doen omdat ik dat wel leuk vond maar ik had altijd het gevoel dat het voor school was en niet voor mezelf. Een beetje stom want achteraf besefte ik dat het eigenlijk voor mezelf was en niet voor school. Daardoor heb ik er wat langer over gedaan. Eerst heb ik economie moderne talen gedaan totdat er boekhouding bijkwam. Dan werd ik geconfronteerd met het ‘links-rechtsprobleem’ crediteren en debiteren. What the fuck! Al die cijfers verwisselde ik. 46 was voor mij 94. Dat is echt een beetje stress. Dan ben ik woord-kunst-drama gaan doen. Eerst nog de humaniora omdat je dan een goede basis hebt. Toneel, muziek, fotografie alles een beetje bij elkaar. Woensdagnamiddag ook les krijgen. Daarna ben ik ‘Studio Herman Teirlinck’ gaan doen, dat is een toneelschool in Antwerpen. Daar heb ik kleinkunst gevolgd en dan hebben ze me aangeraden om een jaar een wereldreis te maken en dan terug te komen en dan dacht ik in mezelf: Ik ben al drie keer blijven zitten. Ik heb nu een jaar hier gezeten en ik ga nu geen wereldreis doen. Ik heb het geld niet en… Je kan een beetje volgen…
Toen heb ik voer jaar film gestudeerd en het vierde jaar dat ik dat deed was eigenlijk de tweede keer dat ik het derde deed en toen besefte ik dat ik stilaan eens een keuze moest maken. Ik wou nog graag dansen nog graag dit en dat. Ik moest me focussen op één ding. En toen kwam ik mijn huidige vriendin tegen en ze zei ook dat ik gewoon muziek moest maken, je doet dat graag. Zo ben ik er dan ingerold en opgehouden met school. Ik was er klaar mee!
Had je een bepaalde droom toen je 16 was?
Toen ik jong was droomde ik altijd van een goede keuken. Toen ik 16 was besefte ik wat dat inhield en wilde ik ook wel een gasfornuis. Toen ik mijn eerste SABAM cheque kreeg (met de rechten op je muziek, platen dat je op fuiven mag draaien) krijg je geld binnen. ‘Kei tof’, dank u SABAM! (duim naar omhoog) De eerste cheque was niet zo veel maar voor mij op dat moment heel veel. Dat is nog altijd veel hoor. Iets van een 800 euro. Dat vond ik echt ‘kei tof’. Dan ben ik een tweedehands groot gasfornuis met 5 pitten gaan kopen. Dat was een droom dat ik als kind had ik wil graag een groot Smeg gasfornuis met 5 pitten. Zelfs al stop ik nu met muziek, ik heb er geen zin meer in, dan heb ik nog altijd dat gasfornuis.
Heb je dat nu nog?
Koken? (kleine verwarring) Het gasfornuis? Ja, dat gaat niet meer weg. Een Smeg koop je één keer. In principe gaat dat niet snel stuk, het is een heel goed en degelijk gasfornuis.
Heb je een grote inspiratiebron voor je muziek?
Dat zal een combinatie zijn van alles. Ik had het daarnet over Prince maar dat is evengoed Theo en Thea, een kinderprogramma van vroeger op Nederland 3 (met veel ‘pis en kak’). Maar het kan ook Perperelli zijn. Mijn ouders zijn alle twee klassiek van opleiding. Zij hebben dat ook gedraaid met franse chansons. Het komt allemaal wel terug. Mijn grootste inspiratiebron is mijn broer die dj is en die mij heel veel muziek heeft laten horen. Toen ik 14, 15 jaar was, hoorde ik alles van boven komen van Metallica tot zware techno, drum and base. Dat zit niet allemaal in mijn muziek maar dat kan wel iets teweegbrengen om iets te maken.
Een beetje een denkvraag…
(bereidt zich voor)
Wie zou je graag voor een dag zijn? Barack Obama, Quinn Elizabeth, prins Laurent, je mama of iemand anders?
‘Ons ma’ ben ik voor een stuk want ik ben haar kind. Ik denk dat het spannend is om Barack Obama te zijn en u te moeten verdedigen. Nu al de prijs voor de vrede te hebben. Ik zou het niet graag doen maar ik denk wel dat het een heel speciaal gevoel moet geven. Heel vreemd want er zijn veel mensen voor en tegen. Het lijkt me wel speciaal om in zijn stoel te zitten en als zwarte man op het witte huis zou ik al helemaal ‘Joehoe!’, ‘I did it’, ik ben een zwarte en ik ben hier.
Oké.
(wederom een imitatie) Oké.
Mocht je iets veranderen in je leven wat zou het dan zijn?
Misschien het stukje van daarnet over het school. Ik heb er geen spijt van maar vind het wel jammer. Had ik dat bewust geweten… Ik had het zelfs nog in mijn hogere opleiding nog van ‘ik ga dat wel niet doen voor dedieje ze’. Er zat iets verkeerd in mijn hoofd bewijze van spreke, misschien ook door de dyslexie. Dat ik er niet blij om was en ook niet fier op was. Dat heb ik dan veel later beseft dat het gewoon een probleem is dat je hebt en er niets aan kan doen. Ik denk dan dat ik meer op school had gedaan en er anders zou naar toe gaan. Maar toen kwam ik thuis, ik zette mijn boekentas neer en de volgende dag ah ik moet dat erin steken en dat eruit en ging ik gewoon verder. Mijn ouders moesten me echt pushen. ‘Heb je geen huiswerk? Ja. Maak het dan eens. Moeten we je niet helpen?’ En dan ging het wel. Het was echt een struggle om dat te doen. Ik ging graag naar school maar niet om er iets te doen.
Mocht je kiezen tussen de namen Sam Robbe of Jef welke zou je dan kiezen voor jezelf?
Voor mezelf? Robbe omdat ik dan denk dat Robbe van Robert komt en ik wou altijd al een lange naam hebben. Ik vind Stijn behoorlijk kort. Mijn broer heet Raphaël. Ik ben al heel mijn leven, niet jaloers, maar dat is een ‘kei schone’ lange naam. Je kan Raf, Rafaël of Raffe zeggen. Stijn is echt zoiets (doet beweging van kort na)
Waarom Stijn als artiestennaam?
Ik moet er mee leren omgaan. Nu ben ik het al gewoon. Maar als mijn vriendin het zegt of mijn zoon dat later zegt dan zal ik ook wel zeggen, zeg maar papa. Hij zegt nu ook alleen maar papa, die zegt niet Stijn. In de winkel vind ik dat niet leuk. Als mijn vriendin mij dan zo roept dan vind ik da ni leuk. Die weet dat ook dus die doet dat om mij te plagen.
Hoe noemt ze u dan, schatje?
(lacht) Kom ‘ns.
Kan je ons een leuke mop vertellen? Eén van de beste da ge ooit heb gehoord.
Ma die duurt kei lang.
We hebben tijd.
(kijkt op horloge) Bwah, ik heb wel nog effe tijd. Ik heb die mop leren kennen door Adriaan Van Den Hoof. Ik was met Studio Brussel op skivakantie geweest en die heeft mij toen een geweldige mop verteld. Het gaat over een gezin. Ne gast heeft juist nen brommer gekocht, allé ne Harley’ke met een leren zadel. Toen hij dienen Harley kocht zijn dienen verkoper, hier is een tubeke smeert dienen regelmatig in da zadel anders gaat da slecht worden. Zeker als da buiten staat. Zet hem in de garage das het beste. Ken de de mop al of ni?
Nee…
Die is kei blij met diene Harley. Hij gaat naar huis, naar zijn lief. Hij zegt: kom schat, we gaan toerke doen met den Harley. Ja ma, we gaan naar ons pa en ons ma, we gaan gaan eten vanavond. Allé kom dan gaan we met den Harley naar u ouders. Ze zitten binnen aan tafel. Hij heel joviaal, komt goed overeen met zijn schoonouders enzo. Nog een fleske bij, nog een fleske bij, aant eten. Het eten is gedaan en dienen vader is zo’n ne flauwe plezanten. Der staat ne mega berg afwas in de keuken vant eten enzo. Die vader zeg zo van ‘Bon degene die nu nog 1 ding zegt, die doet den afwas. Oké, iedereen zit stil aan tafel. Dienen gast heeft zoiets van, nekeer zien hoe ver ik hier kan gaan. Hij begint zo te friemelen aan zijn vriendin, die borstjes. Hij begint er kei hard voor te gaan. Hij heeft zoiets van, ik ga da gewoon doen. Hij doet die haar kleren af en pakt die gewoon op de salontafel. En die ouders hebben zoiets van: niemand wilt iets zeggen, want das zo’n mega berg afwas en nee sorry ma ik wil da ni doen. Dienen gast is klaar, doet zijn broekske terug aan. Die vriendin heeft ook zo’n ki rooie kop, ma die heeft ook geen zin dus die zegt niks. Dienen gast heeft zoiets, waarom ni. Die moeder ziet er nog goed uit. Hij begint daaraan te friemelen, met zijn hand in die haar broek. Doet den afwas e wa opzij, op tafel die moeder te neuken. Sorry beste kijker. Die vader wordt echt vuur vuurrood. Die gast terug klaar. Die moeder heeft zoiets van pfff, helemaal van haar melk, maar geen goesting in dienen afwas. En ineens begint het te regenen. En dienen gast ziet naar buiten, ziet zijnen moto staan. Hij pakt da tubeke met die vaseline erin, springt recht en zegt: oké oké, ik zal hem wel doen. hebt g’em? Da was een mop. Ni van mij, maar van Adriaan Van Den Hoof.
Kan je ons een gekke dans/move tonen?
Ik heb ooit eens ne gast, die nu bij vtm zoom werkt, den Bruno. Die is zo ooit eens, een danse uitgevonden en dat ik ni ben vergeten. Hij en zijn vrienden deden dat op mijn muziek. (toon de move) Das heel onnozel, maar als die da met 3 op een podium staan te doen, dan is da wel cool om te zien. ja, tof danske van den Bruno.
Wil je graag wereldberoemd worden of toch maar liever in België houden?
Goh, das moeilijk vraag, Wereldberoemd? Neen, dat hoeft voor mij niet. Ik vind da heel leuk, da mijn muziek op meerder plaatsen aankomt. Ik vind da ook leuk om op reis te gaan om mijn muziek daar dan te brengen. Maar ik denk dat ik het belangrijker vind, en dat is voor mij echt een verschil, dat mijn muziek ‘wereldberoemd’ zou worden dan ikzelf. Dus over het bekend zijn, daar doet ik het niet voor. Ik vind het heel aangenaam als de mensen mij op straat herkennen en mij op een bepaalde manier aanspreken en iets vragen. Maar heel dat ‘marionnette’ gedoe, heel die poppenkast van ‘kei tof’. Ik maak heel graag muziek en ik vind da superstof da mensen zich amuseren. En ik speel heel graag met da idee Een rockster, of iemand dat wereldberoemd is, is niet belangrijker dan een wc-madam.
Je krijgt nu 30 seconden om reclame te maken voor jezelf, voor de mensen die de website gaan bezoeken.
Spoel nog eens terug, kijk nog eens naar dit interview. Euhm, de tijd is bijna om. Ga eens naar mijnen site en komt vooral in’t echt kijken, live kijken. En als ge geen tijd hebt, koopt dan mijn cd’s. Das heel goed voor mij en voor u. Dan heb ik u nog liever dan anders, want dan steunt gij mij net als ge nen bakker, nen slagger en nen architect. (zwaait)
Wat is je gênantste moment aller tijden?
Tees, nee, ik heb ene keer gehad, dat. Ik ben nogal gekend dat ik nogal eens een kledingstuk uit doe op het podium, maar ik zou nooit mijn broek uit doen op het podium. Dat interesseert mij niet en volgens mij de kijkers ook niet. Dat wordt weleens geroepen en dan zeg ik daar iets tegen, dan lach ik daar ne keer mee. Eén keer heeft iemand ne keer op een concert, toen ik mij omdraaide, een joggingbroek die ik aanhad, een stuk naar beneden getrokken. En dan, da was gene afgang, maar ik vond da gênant en ik vond dat vooral niet tof omdat dat is een afspraak tussen u en u publiek van. Ik wil mij wel in het publiek gooien, das ze mij op hun handen dragen, maar zo mijn broek uittrekken voor een volle zaal. Ik vind dat echt niet tof. Ik sta hier al in mijn bloot bovenlijf. Ma da was iemand met zijn zatte botten, toen was ik effe kwaad, maar ja. Ik ben het bovengekomen. Ik heb terug voort gedaan.